CRISPR-Cas9 voor Duchenne spierdystrofie: tussen hype en hoop
Met de komst van de CRISPR-Cas9-technologie is het stukken eenvoudiger geworden om foutjes in het DNA te repareren. Dat biedt nieuwe behandelmogelijkheden voor erfelijke ziektes, zoals Duchenne spierdystrofie. Wetenschappers en de media hebben het zelfs al over ‘CRISPR Cure’. Maar is dat wel terecht?
Op 30 augustus 2018 verscheen in het wetenschappelijke vakblad Science een artikel over het gebruik van de CRISPR-Cas9-techniek bij honden met Duchenne spierdystrofie. Net als patiënten missen zij het eiwit dystrofine, door een fout in het DNA waardoor de gencode onleesbaar wordt. Met de CRISPR-Cas9-methode kan een stukje uit het gen worden geknipt, waardoor de code weer leesbaar wordt. Dit resulteert in een korter, deels functioneel dystrofine-eiwit.
Spieren van honden
De onderzoekers injecteerden virusdeeltje met het CRISPR-Cas9-systeem in de bloedbaan van twee honden. De ene hond kreeg een relatief lage dosis en de andere een hoge dosis. Twee maanden na de behandeling analyseerden de wetenschappers de spieren van de honden. Bij de hond die de lage dosis kreeg werd nauwelijks dystrofine-eiwit gevonden. Bij de hond met de hoge dosis werd het kortere dystrofine-eiwit teruggevonden, maar de hoeveelheid verschilde per spier.
De onderzoekers waren voorzichtig positief, maar schreven dat studies met patiënten nog ver weg zijn. Dit was immers een kortdurende studie met een heel kleine groep honden. Ook moet de veiligheid van het systeem nog nader worden onderzocht, nadat recent bekend geworden is dat CRISPR-Cas9 naast gerichte aanpassingen ook onbedoelde DNA-veranderingen kan veroorzaken.
Headlines
Tegelijk met het onderzoeksartikel bracht Science een eigen commentaar uit. De schrijver beweert hierin dat de CRISPR-Cas9-techniek spierdystrofie oplost bij honden. Maar, voegde hij toe, studies bij mensen komen er op korte termijn niet. In de uren na het verschijnen van dit commentaar werden headlines overgenomen en binnen een dag verschenen koppen over hoe honden genezen waren en er op korte termijn een studie met patiënten komt. Deze headlines werden uiteraard opgepikt door ouders van Duchenne-patiënten en grootschalig op internet en social media verspreid.
Verkeerd verwachtingspatroon
Het probleem van deze mediahype is dat het een verkeerd verwachtingspatroon oplevert bij patiënten en hun naasten. Het CRISPR-Cas9-systeem kan Duchenne namelijk niet genezen: het gemaakte eiwit is immers maar deels functioneel. Je kunt dit eiwit vergelijken met het eiwit dat patiënten met Becker spierdystrofie aanmaken. Hoewel bij hen de symptomen op latere leeftijd beginnen en de progressie van de ziekte trager is, hebben zij wel degelijk een spierziekte. Bovendien komt door de behandeling de spiermassa en spierfunctie die patiënten al verloren hebben niet terug.
Laat het dus duidelijk zijn: zelfs als CRISPR-Cas9 ooit beschikbaar komt voor Duchenne-patiënten, zal het helaas geen genezing zijn. Hoop is natuurlijk goed, maar valse hoop niet.
Annemieke Aartsma-Rus is hoogleraar Translationele Genetica. Ze houdt zich intensief bezig met het zoeken naar nieuwe therapieën voor Duchenne spierdystrofie.
Deze tekst is geschreven door Annemieke Aartsma-Rus en is verschenen als blog op lumc.nl.
Sorry, het reactieformulier is gesloten op dit moment.